In dit vak staat de representatie van de werkelijkheid binnen de Nederlandstalige poëzie van 1830 tot 1980 centraal. Aan de hand van verscheidene primaire en secundaire bronnen worden verschillende literaire stromingen zoals de romantiek, het avant-gardisme, het expressionisme en het modernisme.

De volgende schrijvers zullen onder anderen aan bod komen: Guido Gezelle, Herman Gorter, Willem Kloos, Karel van de Woestijne, Adriaan Roland Holst, Theo van Doesburg, Hendrik Marsman en Paul van Ostaijen.