Studenten leren hun spreek- en schrijfvaardigheden in het Nederlands te verbeteren. Aan de hand van dialogen, rollenspellen en audiovisuele fragmenten worden de studenten ertoe aangezet uitdrukkingen en woordenschat te gebruiken die kenmerkend zijn voor het dagelijks leven.
De fundamentele woordenschat wordt systematisch verbeterd met een snelheid van 50 woorden per week.
- Leraar: Tessa Karsten